Zoals ik eind november al aangaf, heb ik ondertussel wel wat gelezen over voeding om zelf mijn weg te zoeken tussen de zin en onzin die over voeding wordt gezegd en geschreven. Om de een of andere reden kwam ik er nog niet toe om inzichten van zo een van de boeken die me écht hebben geïnspireerd, te delen. Ik denk dat dit komt omdat ik niet goed weet hoe ik een boek van een 200 pagina's samengevat moet krijgen in 1 blogpost... Enfin, we kunnen het blijven uitstellen of we kunnen het proberen. Ik kies vandaag voor het laatste :)
Een boek dat ik in november met heel veel interesse heb gelezen was het boek 'Een pleidooi voor echt eten' van Michael Pollan. In tegenstelling tot andere boeken die ik las (oa. 'De voedselzandloper' en 'Het oerdiëet') is Pollan geen arts, maar een Amerikaanse journalist die in heel wat literatuur en onderzoeken gedoken is om dit heel bevattelijk (en ook wel filosofisch) neer te schrijven. Het boek is geschreven in 2008, dus weet dat dit al weer 8 jaar oud is, en er ondertussen weer heel wat nieuwe onderzoeken en inzichten zijn bijgekomen. Toch lees ik echt enkele basisprincipes in zijn boek die ik in andere boeken en teksten ook al heb zien terugkomen.
De ondertitel van het boek is 'Echt eten. Niet te veel. Vooral planten.' Et voila! Dat is de essentie van het boek. Mmm, misschien iets te kort door de bocht ;) Toch is er met de term 'echt eten' al heel erg veel gezegd. Het is een soort van credo dat ik graag in mijn achterhoofd houd als ik in de supermarkt ben of ons weekmenu samenstel. Ik stel mezelf vragen zoals:
- Zou mijn overovergrootmoeder wat ik in mijn winkelkarretje leg herkennen als eten?
- Is wat ik in mijn winkelkar leg iets wat quasi rechtstreeks uit de natuur komt, of werden hier (industriëel) nog heel wat handelingen mee gedaan?
- Uit hoeveel ingrediënten bestaat het product dat ik koop? Meer dan 5? Mmmm
- En ken ik elk van de ingredienten die in het lijstje staan? ...
Allemaal vragen die je jezelf kan stellen om heel makkelijk te achterhalen of het gaat over 'echt eten' of niet. Eigenlijk is het wel logisch dat 'echt eten' goed voor je is. In de oertijd was dit ook het eten dat werd gevonden op de aarde en in het water. Het is letterlijk het eten dat ons lichaam van nature nodig heeft.
Pollan gaat in op, wat hij noemt 'het tijdperk van het nutritionisme'. De complexiteit en het samenspel van 'voeding' wordt tegenwoordig opgesplitst in deeltjes (aantal caloriën, hoeveelheid macronutriënten zoals vetten, koolhydraten en eiwitten, micronutriënten zoals vitaminen en mineralen). We vinden het eigenlijk heel logisch dat dit op ons eten vermeld wordt. De voedingsindustrie en reclamewereld maken hier graag gebruik van om mensen te verleiden, want er is altijd wel een onderdeeltje van een voedingsproduct dat een product een gezondheidswaan kan geven (Slechts 1% vet! Verrijkt met 8 vitaminen! Bevat vezels! Rijk aan omega 3!...). En dat verkoopt!! Grappig eigenlijk dat op de voedingsmiddelen die 'echt eten' zijn, dit niet op de verpakking staat. Al iemand een 'nutrition facts' lijstje op een appel zien hangen?
Bovendien heeft het 'nutritionisme' het risico dat we voeding benaderen als de som van zijn onderdelen. Maar dit blijkt niet zo te zijn! Er zijn zoveel complexe invloeden van voedingsstoffen en -waren op mekaar, dat de top van de ijsberg nog maar net ontdekt begint te worden. Daarom ook dat er zoveel mekaar tegensprekende voedingsadviezen zijn...
Maar wat is dan wel goed? Weten we het eigenlijk wel? Er zijn wel al enkele zekerheden. Een van die zekerheden is dat mensen heel goed en gezond kunnen leven op basis van heel diverse traditionele voedingspatronen (om het extreem te stellen: eskimo's eten heel anders dan de bosjesmannen). Er blijkt echter telkens weer dat 1 voedingspatroon ongezond is: het westerse voedingspatroon. Het is pas als mensen hun traditionele voedingspatroon opgeven en meer 'westerse' voeding gaan eten, dat de kans op diabetes, hart- en vaatziekten, tandbederf, overgewicht, maagzweren, kanker, blinde darmontstekingen... sterk stijgt.
Westerse voeding is voeding die:
- evolueerde van natuurlijke voeding (echt eten, bv 'een appel') naar geraffineerd (bv. suiker uit een product destilleren, ipv het volledige product gebruiken)
- evolueerde van complex naar eenvoudig (waar ons diëet vroeger heel gevariëerd is, blijkt vandaag dat 4 gewassen verantwoordelijk zijn voor 2/3 van onze geconsumeerde caloriën: mais, soja, rijst en tarwe)
- evolueerde van kwaliteit naar kwantiteit: er wordt geselecteerd op 'grootte van opbrengst' (bv. een type plant die vooral grote courgetten doet groeien), en niet op kwaliteit (welke courgetteplant produceert courgetten met de grootste voedingswaarde?). Hierdoor blijkt dat de voedingswaarde in producten de laatste 50 jaar sterk gedaald is (Bv. gemiddelde vitamine c daling van 20%!)
- evolueerde van bladeren naar zaden (mais, rijst en tarwe zijn granen, waarvan de opbrengst op het vlak van caloriën en gewicht veel hoger ligt dan van bv. groenten geteeld op dezelfde oppervlakte. Daarom produceren we deze granen ook meer, ze brengen meer op, niet omdat ze gezonder zijn). En niet alleen wij eten minder groenten en meer zaden, ons vee doet dat ook (koeien eten veel minder gras, maar krijgen korrels van oa. mais en granen), waardoor ook de samenstelling van dat vlees verandert!
- evolueerde van een eetcultuur naar een eetwetenschap: mensen laten zich niet meer leiden door hun culturele eetverleden en de tradities die ze van thuis uit meekregen, maar laten zich (ver)leiden en beïnvloeden door reclame over wat ze moeten eten, wat goed voor hen is, wat nieuw is...
Door meer te evolueren naar waar we vandaan kwamen: natuurlijke voeding, focus op kwaliteit, meer groenten/fruit/bladeren eten, en meer 'eten' als een gezamenlijk moment te benaderen en meer te eten zoals onze overovergrootouders dat deden, zal onze gezondheid er alleen maar bij varen. Dit wordt door de filosofische Pollan mooi beschreven, maar in andere boeken die ik las komt dit ook heel vaak als kernboodschap naar voor.
Manman, ik heb echt zitten zwoegen op deze tekst en naar mijn gevoel is het geen fractie van de impact die het boek op je heeft als je het zelf leest! Moet ik nog zeggen dat ik het boek écht een aanrader vind? (pas op he, er komen er nog!) Het is nogal filosofisch geschreven, maar ik hou wel van het holistische perspectief van de schrijver: afstand nemen van het 'nutritionisme' en meer genieten van 'echt eten'.